Nieuwe Deltawerken in het sociaal domein: flexibele huisvesting
Middenin de pijnlijke wereld van de woningcrisis staan gemeenten voor de ingewikkelde opgave om te zorgen voor huisvesting voor iedereen die met urgentie een woning zoekt. Ja, we komen in actie met tijdelijke oplossingen, maar we moeten ook werken aan duurzame oplossingen die structureel zorgen voor voldoende woningaanbod. Zéker voor de meest kwetsbare mensen.
Oplossingen te tijdelijk van aard
Om woonruimte voor mensen met urgentie beschikbaar te krijgen, zien we verschillende initiatieven. Sommige gemeenten vragen aan jeugdzorgaanbieders om bestaande residentiële voorzieningen om te bouwen naar kleinschalige woonvoorzieningen voor jongeren. Woningcorporaties ontwikkelen flexwoningen om bijvoorbeeld statushouders en studenten te huisvesten. In weer andere gemeenten worden afspraken gemaakt om Oekraïners in oude kantoren onder te brengen. Het zijn noodzakelijke oplossingen, maar te tijdelijk van aard en slechts gericht op steeds één specifieke groep.
Toenemende vraag lijkt onverwacht
Ondertussen ligt er bij de reguliere woningbouw de uitdaging om het aandeel sociale huurwoningen flink omhoog te schroeven. Dit moet doorstroming naar een woning voor de kwetsbare doelgroepen mogelijk maken. Dwars door het structurele tekort aan woningen heen loopt de golfbeweging van af- en toenemende urgente woonbehoeften. Het lijkt erop dat de wisselende omvang van deze behoefte steeds weer als een verrassing komt!
Oplossing urgente huisvesting
Zou het een oplossing zijn om standaard een aantal woonruimten per gemeente ter beschikking te houden speciaal voor kwetsbare doelgroepen die met urgentie een woning zoeken? Flexibele huisvesting? Woningen of studio’s die we flexibel benutten voor tijdelijke huisvesting? In theorie zou het vastgoed in handen kunnen komen van gemeenten en corporaties die samen toch al de verantwoordelijkheid krijgen voor een evenwichtige verdeling van kwetsbare doelgroepen over Nederland.
Schommelingen huisvestingsvraag opvangen
Door alleen de huisvesting bij gemeenten en corporaties te leggen, kunnen welzijnsorganisaties, zorgorganisaties en andere partners zich focussen op het bieden van de juiste hulp, zorg, sociaal beheer, dagbesteding of werk. Zodra mensen zelfredzaam zijn en zicht hebben op een andere woning, komt de woonruimte of -voorziening weer vrij voor iemand anders die in een kwetsbare positie verkeert. Met deze benadering:
vangen we de fluctuatie in de vraag op, zonder dat er meteen locaties of voorzieningen hoeven te worden gesloten of afgebouwd
kunnen we bezuinigen, want het ontwikkelen of afbouwen is een kostbare aangelegenheid
hoeven we niet te vrezen voor leegstand – er is immers al jaren een grote en urgente vraag naar woonvoorzieningen
1 plek voor meer dan 1 doelgroep
De nieuwe woonvoorzieningen kunnen kleinschalig en in de wijk worden opgezet. Door zulke initiatieven komt de leefbaarheid lokaal niet in het geding en is er meer kans op draagvlak. Deze voorzieningen zouden geschikt moeten zijn voor iedereen die naast een woning ook zorg en/of begeleiding nodig heeft. Afhankelijk van de vraag wonen er dus vluchtelingen, statushouders, jongeren en/of mensen bij elkaar die uitstromen vanuit maatschappelijke opvang. Hierdoor kunnen zorgorganisaties beter in staat worden gesteld om hulp te leveren op die plekken.
Plan van aanpak met alle stakeholders
Een nieuw plan voor een inclusieve woonvoorziening vraagt om een inclusief plan van aanpak waarin wordt voldaan aan randvoorwaarden om de nieuwe woonvoorziening succesvol in te richten. Om te beginnen met de randvoorwaarde dat zorg- en welzijnsorganisaties en andere maatschappelijke partners vanaf het begin betrokken worden bij de plannen. Je zou zo’n infrastructuur kunnen zien als nieuwe Deltawerken in het sociaal domein, waarmee we zorgen dat we bij de onvermijdelijke volgende golf wél droge voeten houden.